Er werd een addendum aan de Circulaire 2022/C/33 gepubliceerd op 29 augustus 2022. Dit addendum bevat verduidelijkingen, en uitleg m.b.t. de administratieve tolerantie.
Vanaf 2022 legt de fiscale administratie een nieuwe proportionele berekeningsmethode voor het "geraamd wettelijjk pensioen" (of GWP) op. Het GWP speelt een belangrijke rol in de 80%-regel. De 80%-regel bepaalt hoeveel premie uw vennootschap kan storten in uw IPT.
De nieuwe rekenregel voor het GWP houdt enerzijds rekening met het feit of de loopbaanjaren voor of na 2021 gepresteerd zijn, en anderzijds met uw sociaal statuut tijdens die loopbaanjaren.
- Voor de loopbaanjaren die u presteerde als zelfstandige vóór 2021 wordt het wettelijk pensioen geraamd op 25% van de bruto jaarbezoldiging van 2020.
- Voor de loopbaanjaren die u presteerde als zelfstandige vanaf 2021 en ook voor de loopbaanjaren die u vóór 2021 als werknemer presteerde, wordt het wettelijk pensioen geraamd op 50% van de bruto jaarbezoldiging.
Het is dus belangrijk om voor het jaareinde uw 80%-grens onder de loep te nemen en opnieuw te berekenen. Zo bent u er zeker van dat u geniet van een volledig fiscale aftrek van de premie in uw vennootschap.
De vraag is echter hoe moet worden gehandeld in het geval er een overschrijding van de 80%-regel wordt vastgesteld? Deze week werd een addendum aan op de Circulaire 2022/C/33 gepubliceerd. Dit addendum bevat verduidelijkingen en de administratieve tolerantie met betrekking tot over te dragen kosten. Het komt erop neer dat "De pensioeninstellingen en vennootschappen zullen (...) de nodige tijd hebben om de ontbrekende inlichtingen te verzamelen en om het bedrag van de vanaf 2023 verschuldigde premies aan te passen, rekening houdend met de in de loop van de jaren 2021 en 2022 te veel gestorte bedragen."
Voor de aanslagjaren 2022 en 2023 voorziet de fiscale administratie een tolerantie. Het gedeelte van de premies dat niet aftrekbaar zou zijn volgens de nieuwe berekeningsmethode wordt niet als verworpen uitgave beschouwd. In dit geval dient het excedent geboekt te worden via rekening 49 (over te dragen kosten). Op die manier wordt het excedent beschouwd als een voorschot op de premie die uw vennootschap in 2023 zal betalen. Dit natuurlijk in de veronderstelling dat er premie kan gestort worden in 2023. In het andere geval zal de betaalde premie toch verworpen moeten worden.
De tolerantie geldt niet voor contracten met een einddatum in 2021, 2022, 2023. En ook niet voor het gedeelte van de premie dat gaat over een backservice die u tijdens de laatste vijf jaar van het contract toepast.
Lees ook meer over dit onderwerp op deze website:
Gelijkschakeling zelfstandigen- en werknemerspensioen: wat zijn de gevolgen voor uw IPT?
Gelijkschakeling zelfstandigen- en werknemerspensioen: wat zijn de gevolgen voor uw IPT? (deel II)