Fictieve rentes ontstaan wanneer een kapitaal niet in één keer wordt belast, maar waarbij de belastingsdruk in hoofde van de begunstigde gespreid wordt over 10 of 13 jaren.
Gespreide belasting op fictieve rentes in plaats van éénmalige belasting op kapitalen, komt wel vaker voor.
Dit is bijvoorbeeld het geval bij een uitkering bij leven van een contract VAPZ of RIZIV (en dan enkel vanaf pensioenleeftijd), alsook op het eerste deel van een IPT indien er een voorschot werd opgenomen op dat contract.
Ook bij de uitkering bij overlijden door een schuldsaldoverzekering wordt de begunstigde belast onder vorm van een fictieve rente.
Het is in de meeste gevallen de verzekeraar die de overeenkomstige fiscale fiche gedurende 10 jaar of 13 jaar zal opstellen.
Hiernaast worden de fictieve rentes vermeld in functie van de leeftijd van de begunstigde.
Laatste update: 12/2020
Leeftijd van de begunstigde bij uitkering |
Fictieve rente |
Duur van de aangifte |
40 jaar en jonger |
1 % |
13 jaar |
41 - 45 jaar |
1,5 % |
13 jaar |
46 - 50 jaar |
2 % |
13 jaar |
51 - 55 jaar |
2,5 % |
13 jaar |
56 - 58 jaar |
3 % |
13 jaar |
59 - 60 jaar |
3,5 % |
13 jaar |
61 - 62 jaar |
4 % |
13 jaar |
63 - 64 jaar |
4,5 % |
13 jaar |
65 jaar en ouder |
5 % |
10 jaar |